FIA-steward Johnny Herbert heeft in een interview de kritiek die de FIA de laatste tijd krijgt, met hand en tand verdedigt.
In 2024 kreeg de FIA veel kritiek over zich heen, vooral over de technische reglementen. Zo moest o.a. McLaren hun achtervleugel veranderen na een ontdekking in Baku. Daarnaast werd het team van Red Bull beschuldigd van een trucje met de rijhoogte van hun vloer. Volgens FIA-steward Johnny Herbert is de kritiek die de die FIA op zich gericht krijgt vrij onnodig."Er zitten nu veel voormalige monteurs bij de FIA", begint hij tegenover Coin Poker.
"Zij beginnen te leren hoe teams denken en hoe ze grijze gebieden in de regels kunnen uitbuiten om een voordeel te behalen. Denk bijvoorbeeld aan flexibele vleugels en engine mapping. De taak van de FIA, onder leiding van Jo Bauer, is om elk element van de auto in de gaten te houden en dan te proberen te zien waar de teams dingen willen uitrekken. De FIA zoekt uit hoe ze dat doen en waar het binnen of buiten de richtlijnen valt."
Volgens Herbert heeft de FIA genoeg oplossingen om overtredingen te vinden: "Het is constant een kat-en-muisspel. Dat is het altijd geweest. Zelfs toen ik nog racete, probeerde iedereen de regels zo te verdraaien dat ze er zelf beter van werden. Dat is wat engineers doen en moeten doen, de grenzen opzoeken. De FIA heeft nu zoveel data en toegang tot die data dat ze elk element van de auto kunnen bekijken en analyseren. Zo kunnen ze straffen uitdelen."
Daarom verdedigt hij ook de kritiek die de FIA krijgt: "Je kunt kritiek hebben op de FIA, maar het is een verdomd zware baan. Je moet het opnemen tegen de slimste F1-technici ter wereld. Je moet mensen hebben die overal doorheen kunnen kijken en op de hoogte zijn."
Lees het artikel op de mobiele website