Max Verstappen is natuurlijk een van of misschien zelfs dé beste autocoureur ter wereld op dit moment. Maar niet alleen op de baan doet hij het goed. Ook in de virtuele racewereld is Verstappen vaak vooraan te vinden.
Af en toe had Verstappen er ook gezeik mee, met het simracen. Voor de race in Hongarije reed hij nog tot laat een race in de sim. Toen de Grand Prix op de Hungaroring toen niet goed verliep, kwam het Verstappen op kritiek te staan dat hij tot zo laat nog bezig was. Hij trekt zich er in elk geval niets van aan en blijft ook achter een beeldscherm lekker zijn ding doen.
Verstappen is al jarenlang actief in de simracewereld. Hij neemt regelmatig deel aan online competities en endurance-races, zoals de 24 uur van Le Mans Virtual, waar hij zijn talent ook in de digitale arena tentoonstelt. Volgens Verstappen helpt simracen hem om scherp te blijven en wordt hij er zelfs in het echt iets beter van.
Tijdens de 24 uur van Daytona is hij live op het Twitchkanaal van Team Redline en wordt hem gevraagd wat de grootste verschillen en overeenkomsten tussen simracen en de echte wereld?
"Het grootste verschil is natuurlijk de g-kracht die je hebt in de echte auto bij het remmen, accelereren en door de bochten gaan. Dat voel je niet in een simulator. Ik gebruik thuis een statische simulator, omdat dat sneller is, bewegende simulatoren trager zijn. Maar als je iets wilt nabootsen dat lijkt op hoe het in het echt is, koop dan een bewegende simulatie-opstelling."
"Verder is het best vergelijkbaar hoe je werkt aan de setup van de auto en de strategieën. En, zoals in de race nu, het regent. Je moet de juiste beslissing maken voor de juiste banden, net als in het echt. Je werkt met een radar. Het gevoel ook tijdens het rijden. Voor mij is dat 90 tot 95 procent hetzelfde. Die 5 procent is vooral het echte gevoel, je doet de riemen vast in de auto en de G-krachten."
Het team van Verstappen heeft uiteindelijk toch een podium gepakt in de 24 uur van Daytona. Door een straf voor het team van Ferrari stijgt Team Redline een plek naar de derde plaats en staan ze dus toch op het podium.
Lees het artikel op de mobiele website