In 1950 werd het eerste Formule 1-kampioenschap gehouden. Sindsdien kent de sport legendarische coureurs, teams en races. In een periode van meer dan 70 jaar gebeurden er natuurlijk genoeg gekke dingen en zo zijn er een aantal bijzondere records neergezet. In deze special lichten we vijf bizarre records uit.
In een sport waar elke seconde telt, is het belangrijk dat coureurs in een zo snel mogelijke auto kunnen rijden. Toch moeten ze af een toe terug de pits in om hun banden te verwisselen of hun beschadigde auto te laten maken. Teams doen hun best om een razendsnelle pitstop voor elkaar te krijgen, maar coureurs lopen altijd het risico dat ze tijd erdoor verliezen.
Daarom was de Grand Prix van Canada in 2011 een buitengewone race voor Jenson Button. De Brit stopte in totaal zes keer en raakte zelfs twee keer betrokken bij een botsing, waarvan één met teamgenoot Lewis Hamilton.
De McLaren-coureur ontving onder andere een drive-through-penalty, nadat hij te hard reed achter de safety car. Ondanks dat hij het record zette voor de meest aantal pitstops in een race, won hij alsnog de Grand Prix.
Dit is overigens ook de race waar het meest aantal keer de safety car is ingezet. Toevalligerwijze staat dit record ook op zes.
De gemiddelde topsporter gaat eind 30, begin 40, met pensioen. Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen en zelfs in 2024 is er een coureur die relatief gezien, aardig op leeftijd is. Tweevoudig wereldkampioen Fernando Alonso rijdt op 42-jarige leeftijd nog steeds in de koningsklasse.
Toch is het al even geleden sinds hij voor het laatst een Grand Prix won, maar de Aston Martin-coureur probeert ieder raceweekend weer dichterbij te komen. Wie het wel lukte om op een middelbare leeftijd nog een race te winnen: Luigi Fagioli. In 1951 won de Italiaan op 53-jarige leeftijd de Franse Grand Prix.
Juan Manuel Fangio was met 46 de oudste coureur die het wereldkampioenschap won. Deze bemachtigde hij in 1957 met het team van Maserati.
In 1983 verbrak John Watson het record voor de laagste startpositie die een overwinning pakte. De McLaren-coureur reed een slechte kwalificatie en belandde op de 22e plaats voor de Grand Prix van de Verenigde Staten. Op wonderbaarlijke manier lukte het hem om als eerste over de finish te komen.
De kans is klein dat dit record verbroken zal worden, want momenteel staan er maar 20 auto’s op de grid. Zelfs als er een nieuw team worden toegelaten in de sport, zou het erg ongebruikelijk zijn dat een coureur de winst pakt, terwijl deze vanaf achteraan begint.
Teo Fabi is een coureur met een bijzonder record. In totaal startte de Italiaan drie keer vanaf de polepositie, maar het is hem nooit gelukt om één ronde te leiden.
In Duitsland, 1985, reed hij voor Toleman en bemachtigde hij zijn eerste polepositie. Helaas had Fabi een slechte start, waardoor zijn kansen verkeken waren. Een jaar later pakte hij tweemaal de polepositie bij het team van Benetton, maar ook deze openingsrondes eindigden in een mineur.
Beide keren kreeg hij problemen met zijn auto, waardoor hij of uitviel of vanaf achteraan moest starten. De Italiaan stond meerdere malen op het podium, maar zijn hoogst behaalde resultaat is de tweede plaats.
In 1997 gebeurde er wel iets heel bijzonders. De Europese Grand Prix van dat jaar staat voornamelijk bekend om de botsing tussen Michael Schumacher en rivaal Jacques Villeneuve. Echter, de zaterdag van de kwalificatie kreeg een bijzondere wending: drie coureurs kwalificeerden zich voor de polepositie, waaronder Schumacher en Villeneuve.
Villeneuve zette als eerste de tijd neer van 1:21.072, de Duitser volgde met dezelfde tijd en toevalligerwijze eindigde Heinz-Harald Frentzen ook op de polepositie met exact dezelfde tijd.
Toch moest er een keuze gemaakt moeten worden over wie vanaf de eerste plek mocht starten. Dit probleem hebben ze opgelost door de volgorde te bepalen op basis van de coureur die als eerst de rondetijd noteerde.
Lees het artikel op de mobiele website