Ecclestone weet nog: ‘Dachten toen dat dood Senna einde F1 zou betekenen’

Ecclestone weet nog: ‘Dachten toen dat dood Senna einde F1 zou betekenen’

door Michael Janiec

30 jaar geleden, 1 mei 1994 - een gitzwarte dag voor de Formule 1. De dag waarop Ayrton Senna op Imola op ongelukkige wijze het leven liet: zo ook een keerpunt voor de sport.

F1-opperhoofd Bernie Ecclestone weet nog hoe de nasleep van dat tragische weekend waarin ook Ronald Ratzenberger verongelukte, het voortbestaan van de koningsklasse een tijd lang onzeker maakte.

Ecclestone en toenmalig FIA-president Max Mosley stonden aan het roer van de F1 in die periode.

Ecclestone: 'Max dacht dat Formule 1 klaar was'

Sprekend over die nasleep, onthulde Ecclestone de aanvankelijke angst van Mosley dat dit noodlottige weekend het einde van de Formule 1 zou betekenen. “Maar het was gewoon een ramp. Hij (Senna) had gewoon zo'n pech dat hij stierf bij dat ongeluk”, vertelde de 93-jarige miljardair.

Het hele incident was live op televisie te zien; kijkers die getuige waren van de afschuwelijke crash en de vergeefse pogingen om Senna te redden. Ondanks dat deze tragedie zich voltrok, ging de race door - een beslissing die Ecclestone verdedigt, wijzend naar de logistieke uitdagingen toen en de bijkomende tijdsdruk.

Ecclestone erkent achteraf echter de juridische implicaties: “Wettelijk gezien had het gestopt moeten worden, omdat we nu weten dat hij op het circuit is overleden.”

Ironisch genoeg betekende Senna's dood niet het einde van de F1, de sport leefde juist op: “Formule 1 werd populairder na de dood van Senna, het kreeg zoveel wereldwijde publiciteit dat mensen, die nog niet eerder naar Formule 1 hadden gekeken, geïnteresseerd raakten.”

De Formule 1 werd erdoor ook een stuk veiliger, dr. Sid Watkins werd aangesteld als hoofd van de ‘FIA Expert Advisory Safety Committee’ - hetgeen een nieuw hoofdstuk inluidde voor de sport, één waar de wetenschappelijke benadering de nieuwe standaard van veiligheid werd.

0 reacties

Dit vind je misschien ook leuk