Volgens Hannah Schmitz, de meesterstrateeg van Red Bull Racing, was een P3 het hoogst haalbare bij de GP van Hongarije voor Formule 1-coureur Max Verstappen. De titelverdediger topte dat met een onwaarschijnlijke maar des te mooiere overwinning.
Simulaties belangrijk in F1, maar niet allesbepalend
Ieder raceweekend verzamelen de Formule 1-teams terabytes aan data met het doel om alle baanomstandigheden te begrijpen en te simuleren. Meten is weten namelijk. En hoe meer je weet…
De correlatie vinden tussen het echte werk en de simulator - daar zit het vooral. Die overeenkomt zorgt ervoor dat er op de achtergrond talloze scenario’s kunnen draaien ‘s nachts - hoe de bandenslijtage verloopt in combinatie met een bepaalde afstelling bijvoorbeeld - waarmee uiteindelijk het teams voor de beste strategieën kunnen gaan op de zondag.
Maar de menselijke factor - de cruciale factor - is bepalend in het geheel. Niet alleen in opzicht van de consistentie behouden zodat de data klopt, maar ook omdat de F1-coureur de allergrootste sensor in de auto is. Een sensor die in sommige gevallen al het verschil kan maken.
Volgens Schmitz was podiumplek in Hongarije al behoorlijk resultaat geweest voor Verstappen
Volgens Schmitz was eigenlijk niets meer dan een P3 of P4 haalbaar op de Hungaroring: “De start vanaf P10 was voor ons onverwachts. Ik dacht: we halen het podium of zo - P3 of P4 was het beste dat uit de simulatie kwam rollen”, meldde de strateeg in gesprek met Sky Sports.
Maar het pakte beter uit: “Het was heel opwindend. Pas aan het eind van de race dacht ik: we kunnen dit nog winnen.”
Red Bull vertrouwt op de simulaties. Echter ziet het team de coureurs nog steeds als een minstens zo belangrijke bron van informatie.
“We hadden vooraf aan de race de omstandigheden besproken. Het was nattig een koud en we overwogen de rode wangen te gebruiken aan begin. In de opwarmronden vooraf klaagden beide coureurs dat ze amper grip hadden, terwijl ze al op de softs onderweg waren. Ook de ingenieurs beseften dat de harde banden geen goeie optie waren.”
0 reacties