Max Verstappen verrekt liever, dan dat hij extra hoofdsteun gebruikt tijdens het racen in de Formule 1. Al vroeg werd de tweevoudig wereldkampioen door vader Jos bijgebracht wat in diens optiek de correcte racing-etiquette is. Op zulke hulpmiddelen moeten terugvallen? Dat is voor watjes en dat doet hij lekker niet.
Max Verstappen ook geen fan meer hulpmiddel die nek steunt
Met zijdelingse G-krachten is Formule 1 oprecht een zeer zware sport. In sommige bochten is de druk op de nek vijf keer het gewicht van iemands hoofd. Wie ooit in een achtbaan gezeten heeft, kent het gevoel bij het ingaan van een looping: in de stoel gedrukt worden, alsof iemand op je schouders gaat staan.
Dat gevoel dus, maar dan alsof iemand tegen je hoofd drukt van de zijkant. En dan stuk of drie keer harder. Rondenlang.
Maar goed. Wie altijd met ’zijwieltjes’ zal blijven rijden, komt ook niet verder. Dat is de insteek die Jos met Max hanteerde, wat betreft de pads die coureurs gebruiken om de nek extra te ondersteunen. De behoefte aan het hulpmiddel… tja, het geeft eerder de indruk dat je nek simpelweg niet sterk genoeg getraind is.
Zo vroeg als zijn eerste F3-test kreeg de Red Bull Racing-coureur te maken met dit fenomeen: “Ik weet dat ik na het testen in de Formule Renault 2.0 werd uitgenodigd voor een F3-test. Dat was veel zwaarder. Na een paar runs kon ik mijn hoofd amper omhooghouden”, vertelt Verstappen aan Viaplay.
“Ik moest van die vulling aan de zijkant (van de hoofdsteun) gebruiken. In Valencia, omdat het circuit in tegenovergestelde richting gereden werd, verergerde dit nog meer. Mijn vader noemde het echter pussy pads en vanaf die dag weiger ik die pads te gebruiken. Toen we in 2020 op Mugello aankwamen (GP Toscane) wist niemand hoe zwaar het zou zijn. Een paar coureurs hadden de pads al gebruikt en mijn team vroeg of ik dat ook wilde. Maar zelfs als mijn hoofd eraf valt, ik ga het nooit meer gebruiken!”, aldus Verstappen.
0 reacties