We leven in een tijd waar we niet meer zonder technologie kunnen, zo ook wordt er in de Formule 1 steeds meer vertrouwd op gegevens. Maar hoeveel data maakt en verzameld een F1-auto tijdens een raceweekend?
Waar komen de gegevens vandaan?
Er worden diverse bronnen gebruikt om informatie en gegevens van de Formule 1-auto's en instrumenten te verzamelen, voornamelijk de sensoren op de auto's. Die meten alles, van de temperatuur en druk, tot zaken als hoe de systemen van de versnellingsbak of ERS-eenheden werken. Deze sensoren zijn fysiek verbonden via een analoog systeem met de ECU, oftewel de Electronic Control Unit, die de systemen in de F1-auto aanstuurt.
Zij versturen via een reeks CAN-bussen rond de auto de informatie terugbrengen naar de centrale eenheid. CAN staat ook wel voor Controller Area Network en is een automobielstandaard voor netwerkbussen die meerdere apparaten met elkaar verbindt. In de meest voorkomende situatie zijn er 17 afzondelijke CAN-bussen, elk die dus met verschillende apparaten communiceert.
Tijdens een raceweekend kunnen er meer dan 250 sensoren op de auto zitten, deze worden verdeeld in drie categorieën: controle, instrumentatie en bewaking. Ze geven onder andere druk-, temperatuur-, traagheids- en verplaatsingsgegevens. Deze zijn allemaal ingebouwd in de systemen van de auto. Hun grootte varieert natuurlijk naar hun functie en type, maar de meeste zijn erg klein en licht. Allemaal natuurlijk om de prestaties van de auto niet te beïnvloeden.
Hoeveel data genereert de F1-auto's nou precies?
Terug naar de hoofdvraag: hoeveel data genereren die sectoren? Het antwoord is in ieder geval duidelijk; gigantische hoeveelheden data. Tijdens een raceweekend bedraagt de hoeveelheid data die per auto wordt gegenereerd, met aanvullende informatie en video, meer dan 1 terabyte. En dat wordt nog meer, vaak zo'n twee of drie keer, zodra de teams tijdens of na het raceweekend de nodige nabewerking van gegevens uitvoeren.
De gegevens die live tijdens de wedstrijd gegenereerd worden, terwijl er gereden wordt, is het cijfer eerder rond de 30mb (megabyte) per gereden ronde. Maar ook dit kan verdubbelen als de auto terug keert naar de pits en het overdraagt.
Maar daar blijft het niet bij. Terug in de fabriek wordt ook een grote hoeveelheid aan data gegenereerd. Sommige gegevens die op het circuit verzameld zijn, worden terug naar de fabrieken in bijvoorbeeld Engeland gestuurd en dat is niet makkelijk. Zeker als we het hebben over grote hoeveelheden aan data. Bij Europese races kan de data binnen 10 milliseconden ontvangen worden bij die fabriek. Maar als we het hebben over races in Australië of in Japan, dan duurt het versturen van deze gegevens langer, mogelijks zelfs 300 milliseconden. Dat is nog steeds ontzettend snel, maar toch een kleine vertraging vergeleken met als je in de buurt van zo'n fabriek zit.
0 reacties