Hoe gevaarlijk is rijden in F1? Deel 1

Hoe gevaarlijk is rijden in F1? Deel 1

door Michael Janiec

Je kunt ongetwijfeld stellen: de echte gladiatoren rijden op motoren. En dat klopt als een bus. Maar met snelheden boven de 300 kilometer per uur, is Formule 1 nog steeds een relatief gevaarlijke sport. Dus hoe gevaarlijk is rijden in F1? In dit artikel gaan wij uitgebreid in op die vraag. In deel twee komt uitgebreider aan bod welke technologieën de risico’s aanzienlijk verkleinen.

Niet acceleratie, maar deceleratie: daarom is het gevaarlijk om te rijden in F1

Het is niet de snelheid op zich die het probleem is. De auto’s trekken bij verre niet snel genoeg op om iemand bewusteloos te maken (hooguit 2G). Een ongetrainde ‘piloot’ krijgt al moeite bij remmen en bochten nemen, dan varieert de G-kracht tussen 4G en 6G. Anders gezegd: de benodigde druk om het bloed rond te pompen is dan vier tot zes keer zo hoog.

Jouw gewicht krijgt als het ware momentum in de auto en neemt toe naarmate jij sneller gaat. Als je dan abrupt naar links stuurt met forse snelheid, dan wilt je lichaam naar rechts toe, of beter gezegd: rechtdoor. Zie het als bal aan een touw rondslingeren. Hoe sneller de bal rond gaat, des te zwaarder die voelt. Het liefste vliegt de bal rechtdoor, steeds meer bij hogere snelheid - daardoor wordt die zwaarder. Dat is de basis.

Wie de bal kaatst…

De allergrootste G-krachten ontstaan niet per se bij het sturen of accelereren. Stel dat die bal abrupt stopt. Dan komt er een hoop energie vrij. Dat hoor je ook zelf, zodra je een tennisbal alsmaar harder tegen een muur gooit. Nu geeft die bal prima mee. Ook wel vanwege de stevige, maar toch flexibele vorm, bestaand uit meerdere lagen, waaronder rubber en leer. De energie wordt omgezet als het ware; de bal stuitert terug.

Hoe zwaarder de bal en hoe hoger de snelheid, des te meer energie er vrijkomt zodra de massa plotseling tot stilstand wordt gebracht. Er ontstaat zelfs een ware schokgolf als je deze principes ver genoeg doortrekt.

En daar schuilt het gevaar als een Formule 1-auto frontaal op een muur klapt met 150 km/u. Je raadt het al: de muur geeft niet echt mee, tenzij het een klein muurtje is. Want, dan wordt de vrijgekomen kracht verdeelt over een kleiner oppervlak.

Hoe gevaarlijk is rijden in F1: momentum van coureur zo geleidelijk mogelijk verminderen

F1 is al lang geen fan van muren langs het circuit. Rubberen banden daarentegen: des te meer. Zo ook de TecPro-barrières, die bestaan uit een kreukelzone om stapsgewijs de snelheid van de massa (auto én coureur) te verminderen. De kracht wordt daarmee opgevangen, evenals verspreid. De auto komt hierdoor minder plots tot stilstand, stuitert terug als het ware én absorbeert zelf minder van de kracht die bij de klap vrijkomt.

Het werkt twee kanten op, dat opvangen: met de beschermende laag van de monocoque en met de bandenstapels en TecPro’s - zodat de coureur niet het voornaamste deel van de klap opvangt, maar juist terugveert.

De hoogst gemeten G-kracht in een raceauto die iemand overleefde

Nu kan ons lichaam voor een fractie van een seconde immense G-krachten verdragen. De hoogst gemeten G-kracht, die bij een crash vrijkwam en waarbij iemand het navertelde, is... (!) 214G. En dit voorbeeld uit 2003 (uit de Guinness World Records) is extreem. Een kwestie van geluk bij een ongeluk ook wel.

Dit record ging gepaard met diverse breuken: een gebroken borstbeen op, zo ook een breuk van de lendenwervel, evenals gebroken enkels. Het voornaamste probleem zit in de immense energie die in een hele korte tijd vrijkomt en door het lichaam wordt opgevangen.

Overigens gebeurde dit niet in F1, maar bij racen op een ovaal circuit in IndyCar: deze coureur werd met 354 km/u in een stalen hekwerk gelanceerd. Hoe dan ook: de veiligheidsstandaard in deze twee klassen is in beide gevallen erg hoog.

Hoe gevaarlijk is rijden in F1: abrupt stoppen en de vitale verbindingen van organen

Botten breken is niet wat het meest gevaarlijk is voor coureurs die rijden in een sport als F1. Behalve als je over het breken van de nek spreekt. Deze brug tussen het hoofd en de torso is een zwak punt in verhouding tot de rest van de botten, omdat daar veel zenuwen lopen én essentiële bloedvaten die het brein van zuurstof voorzien.

Sterker nog: als een coureur het echt slecht treft in een crash, dan komt de energie vrij bij de belangrijkste organen als het hart of brein. Er zijn gelukkig manieren om dat te minimaliseren. Iets wat het leven van Kenny Bräck, de houder van het achteraf toch erg gelukkige record, uiteindelijk gered heeft. En dat is niet enkel geluk of toeval. Maar hoe dat precies zit, lees je in het tweede deel van hoe gevaarlijk rijden in de F1 is.

Foto: Red Bull Contentpool

0 reacties

Dit vind je misschien ook leuk