Het team van Mercedes heeft een zware tijd te verduren met een ondermaats presterende auto. De coureurs hebben een aantal teleurstellende races achter de rug en na een dubbele DNF in Australië slaagde het team er weer niet in om het tij te keren in Japan. Lewis Hamilton kwam over de finishstreep met een matige P9 en het team verklaart waarom het hem niet lukte om hoger te eindigen bij de Japanse GP op Suzuka.
Hamilton startte vanaf de zevende plek, maar gaf uiteindelijk zijn positie weg aan teamgenoot George Russell. Hij kon de strategie van het team niet waarmaken wegens schade aan zijn voorvleugel. Volgens baaningenieur Andrew Shovlin heeft dit een grote rol gespeeld in de lakende prestatie van de auto van de coureur.
De schade aan de platen van de voorvleugel resulteerde in onderstuur en het verlies in downforce. Wat het nog lastiger maakte: dat de temperatuur was gestegen op de dag van de Grand Prix, waardoor de renstal weer enkele (toegestane) aanpassingen moest maken aan de wagen. Shovlin licht toe:
“De baan was heet, dus op de grid hebben we er weer een beetje vleugel afgehaald. Maar dat extra verlies veroorzaakte problemen voor hem en hij was eigenlijk behoorlijk vooraan gelimiteerd gedurende die eerste stint.”
Verkeerde strategie
De afgelopen Grand Prix in Japan werd al snel op stopgezet toen Daniel Ricciardo en Alex Albon in de eerste ronde crashten. Gedurende de rode vlag besloot Mercedes hun strategie te veranderen.
Zowel Hamilton als Russell werden de garage uitgestuurd op een set harde banden en het was de bedoeling dat ze beiden een keer terug zouden komen voor één pitstop. Echter, deze strategie liep de mist in en de twee coureurs ruilden uiteindelijk hun set harde banden in voor mediums.
Shovlin geeft ook toe dat ze er bewust niet voor hebben gekozen om de beschadigde voorvleugel te wisselen. Het team heeft geprobeerd om de auto in een betere positie te krijgen in plaats van positief op te offeren door een langere stop, maar op den duur heeft dit niet veel opgeleverd.
0 reacties