Daniel Ricciardo, ook bekend als de Honey Badger, keerde met het staart tussen de benen terug bij de formatie, waar zijn grootste successen in F1 behaald werden. Het zelfvertrouwen terugwinnen in eigen kunnen bleek daarbij leidend. De Australische AlphaTauri-coureur omschrijft wiens hulp doorslaggevend is geweest in die herstelperiode, waarbij hij terugzocht naar die oh zo belangrijke 'flow'.
Waarom Ricciardo het tevergeefs probeerde te forceren
In een sport (zo ongeveer elke sport) draait alles om ‘flow’, anders gezegd: de staat van piekvermogen in presteren. Het komt als de omstandigheden gunstig genoeg zijn. Maar zodra het moet samenkomen, is dat niet per definitie af te dwingen. Harder proberen kan dan averechts werken. Want als het dan nog niet lukt, dan ben je mogelijk nog verder van huis, zodra de frustratie toeneemt.
Want hoewel wilskracht of discipline vergelijkbaar is met het trainen van spierkracht, is flow juist iets dat naar je toe komt als het ware: de momenten waarop (vrij vertaald) alles vloeit en zo moeiteloos samenkomt - alle aandacht is gericht op de taak voorhand, zonder enige afleiding.
Wat Max Verstappen juist zo uitzonderlijk maakt
Je kunt het een gave noemen. Of de juiste conditionering in de formatieve jaren - de manier waarop iemand in die optimale staat geraakt. Om maar Max Verstappen als voorbeeld te nemen. Zelden zie je een coureur bij wie dat zo gemakkelijk lijkt te komen. Alsof de knop in één keer omgezet wordt en de limiet direct gevonden is. Het lijkt inderdaad moeiteloos, alsof dat zijn meest normale manier van doen is.
Op de top van kunnen rijden is er bij Max zo met de paplepel ingegoten, dat zelfs frustratie als signaal kan dienen om die flow nog meer te vinden. Max put in dat opzicht ook uit een zeer rijk vaatje: zijn diep gewortelde zelfvertrouwen van absolute wagencontrole. Een coureur die sinds die als vierjarige zijn eerste meters in een kart maakte, geconditioneerd is om te winnen evengoed.
"Tijdens eerste seizoen bij McLaren voelde ik dat iets anders moest" - Ricciardo
Op het niveau van de koningsklasse is een berg aan zelfvertrouwen ook wel nodig. Dat moet ook wel. Maar ja, niet iedereen put uit datzelfde vaatje. En als het zelfvertrouwen geleidelijk opraakt door tegenvallende resultaten en crashes, dan zit degene met een levensgroot probleem.
Ricciardo is daarbij een voorbeeld, maar verre van een uitzondering. De bij AlphaTauri teruggekeerde F1-coureur verklaart het volgende over zijn stukgelopen avontuur bij McLaren: "Ik was iets te veel aan het zoeken en moest de aanpak veranderen en toen voelde ik dat ik iets anders moest doen. Achteraf gezien probeerde ik iets te veel, maar misschien werkt dat voor een andere coureur. Het is wat het is."
"Ik heb zeker aan een aantal dingen gewerkt en Yuki was een uitstekend referentiekader voor me. Zo kon ik zien waar de auto op de limiet kon worden gereden en waar niet."
Terug naar de basis dus. Niet door nog harder te proberen, maar een stap terug te doen - bewust te analyseren, en het onderbewuste met de nieuwe informatie de rest te laten doen: "Er moest geleerd worden, maar ze wilden ook zien hoe ik de auto bestuurde. Ik stuurde de auto op een natuurlijke manier en van daaruit gingen we kijken hoe we verder zouden gaan", aldus Ricciardo.
De vraag blijft: kan Ricciardo het volhouden en een soortgelijke situatie voorkomen als bij McLaren naast de veel jongere Japanner? Dat hij kan terugvallen op het gevoel van champagne proeven op het podium zal ongetwijfeld helpen, maar in een AlphaTauri zit dat er voorlopig niet in.
Disclaimer.
0 reacties