Waarom Suzuka een uniek en aantrekkelijk race-circuit is
Suzuka ademt Formule 1. Het circuit waarop de Grand Prix van Japan gereden wordt, is ooit begonnen als een testcircuit van Honda. De oprichter, Soichiro Honda, besloot eind jaren '50 om een permanent circuit te bouwen nabij de Mie prefectuur. Dat deed hij met de hulp van de Nederlandse John Hans Hugenholtz. In 1962 werd Suzuka geopend.
Het 5,807 km lange circuit wordt gekenmerkt door snelheid. Ondanks meerdere aanpassingen - acht in totaal - om de veiligheid te verhogen, blijft Suzuka trouw aan die natuur. Zo ook, in opzicht wat de oudere circuits definieert: weinig tot geen asfalt zodra iemand buiten de lijnen komt.
Suzuka huist één van de mooiste sectoren in de Formule 1: de S-Curves. Na de eerste twee bochten - een knik naar rechts, gevolgd door een scherpere rechter - arriveer je in een S-vormig gedeelte. Met de juiste techniek, evenals durf, is daar veel tijd te vinden. De S-Curves hebben veel weg van een slalom als het ware. In een moderne F1-auto zijn de G-krachten daar des te groter, omdat de (mechanische) downforce daar extra grip biedt.
Bijzonderheden rondom de Japanse Grand Prix
De Japanse Formule 1 GP vond tussen van 1987 tot en met 2006 onafgebroken plaats op Suzuka. Daarvoor racete F1 enkele keren op Fuji. Zo ook tijdens die legendarische titelstrijd tussen Niki Lauda en James Hunt in 1977. Ondanks dat het F1-circus nog tweemalig Fuji aandeed, in 2007 en 2008, is Suzuka eigenlijk steeds meer de vaste locatie voor de Japanse GP.
Ook de GP van Japan moest noodgedwongen van de kalender verdwijnen in 2020 en 2021. Een domper. Voor de Japanse fans vooral. Zij behoren tot de meest enthousiaste fans van de koningsklasse, zoals de vele verklede fans bewijzen. En uiteraard voor Honda, dat destijds de motor leverancier was van Red Bull Racing en AlphaTauri.
Wat nog meer de GP van Japan typeert
Ondanks dat Suzuka relatief laat de voorkeurslocatie voor de Japanse Grand Prix, vonden er al vroeg monumentale races plaats. Meerdere keren is hier de Formule 1-titelstrijd beslist. Op controversiële wijze evengoed. Bijvoorbeeld tijdens het titelgevecht tussen Ayrton Senna en Alain Prost in 1989, toen de twee coureurs samen crashten en Prost de titel mee naar huis nam. In het jaar daarop crashten zij weer met elkaar, Senna werd die keer tot wereldkampioen gekroond.
0 reacties