Waarom is er zoveel training in F1-weekend nodig?

Waarom is er zoveel training in F1-weekend nodig?

door Redactie

De gemiddelde kijker haakt dikwijls af óf wacht liever tot de kwalificatie én de F1-race zelf om er echt goed voor te zitten. Toch kent iedereen de die-hards die geen willen F1-test missen. Maar waarom is er eigenlijk zoveel training in F1-weekenden en waar word je wijzer van als je kijkt?

Waarom zijn er zoveel trainingen in F1-weekend nodig?

Als wij naar de recente geschiedenis kijken, dan zien wij dat de behoefte aan entertainment toeneemt. De trainingen in F1 stralen niet bepaalde actie of spanning uit. Veel nieuwe (jongere) fans missen dat wel.

De F1-trainingen zijn mede daarom inmiddels een stuk korter: sinds F1-seizoen van 2021 is de eerste en tweede vrije training in F1 een uur in plaats van 90 minuten. De derde vrije training kende al die lengte van een uur en blijft onveranderd.

Maar wat gebeurt er eigenlijk tijdens deze F1-trainingen?

Meten is weten

De moderne F1-auto is een stukje techniek waar een NASA-medewerker nog een petje voor afdoet. Niet enkel, vanwege de constante push voor innovaties. Of het gebruik van exotische en peperdure materialen, die immense hitte, de slijtageslag en enorme G-krachten moeten weerstaan.

Een F1-auto is zo ongeveer de slimste auto die er momenteel bestaat. Slim? Bedoel je een zelfrijdende Tesla dan? Verre van, maar toch. De F1-coureur staat nog steeds grotendeels aan het roer en moet allerlei aanpassingen zelf doen middels het stuurtje. En de rijders moeten de kilometers maken in voorbereiding op de race. Om het circuit in de vingers (en voeten) te krijgen, maar ook om het team verder te helpen met hun onderzoek.

Waarom? Vanwege het onderstaande dus (daarover meer zo). Maar des te meer, om het feit dat de F1-coureur een vitaal onderdeel is dat aanvoelt of de aanpassingen en parameters samenkomen in een begrijpelijk geheel. Anders gezegd: meehelpen door te ‘voelen’ en de data uit de computer en fabriek te onderbouwen met data van circuit en feedback, zodat de auto voorspelbaar genoeg is (geen gekke dingen doet op de limiet) en zo hard mogelijk gaat in de handen van de betreffende coureur(s).

Terugkomend op de nut hiervan voor het team: de moderne F1-auto is een gigantische voelspriet voor de teamleden op de paddock en in de fabriek. Via de ether stromen terabytes aan data binnen, die uitgebreid bestudeerd moeten worden. Meten is weten: alle testkilometers die tijdens de trainingen in F1 gemaakt worden, helpen met het creëren van correlatie tussen asfalt en simulatie. Correlatie betekent simpel gezegd: dat er grote overeenkomsten zijn tussen hoe de auto zich gedraagt in de simulator en de daadwerkelijke prestaties op het circuit.

Nog meer data…?

Je zou kunnen zeggen als F1-team: ‘we doen dit elk jaar toch al, waarom nog meer data van hetzelfde circuit?’ Hoewel deze veronderstelling niet volkomen fout is - de teams bouwen inderdaad op de verzamelde data van eerdere F1-seizoen - is het zo dat de veranderingen aan de auto bij het ingaan van een weekend zo precies mogelijk getest moeten. En van het ene op andere jaar kunnen voorbij technische reglementen ook aspecten van circuits veranderen. Iets wisselvalligs als het weer; (baan)temperatuur, luchtdruk, luchtvochtigheid, windkracht - het kan eerdere bevindingen overhoop gooien.

Ook binnenin het raceweekend zelf overigens. Wat leuker is voor fans, omdat je na een natgeregende trainingssessies en onvoorspelbaardere race krijgt meestal. Maar als je het de teams vraagt, dan sluiten zij zulke verrassingen het liefste zoveel mogelijk uit.

En tot slot nog over die simulaties: terwijl er in de fabriek (soms dag en nacht) allerlei scenario’s getest worden, denk aan hoe de racestrategie zich ontvouwt en welke bandencombinatie met de (verwachte) slijtage het beste is, wordt hetzelfde op het circuit gedaan door de F1-coureurs tijdens de F1-trainingen.

Zo werken de F1-teams en coureurs op het circuit tijdens de trainingen dus aan de afstelling voor de kwalificatie (kwalificatie-trim tijdens de flying lap) en ook aan het simuleren van langere stints op de beschikbare bandentypes. Daaruit ontstaat de racestrategie die als hoofddoel eigenlijk altijd draait om zo snel mogelijk de finish te bereiken.

Terugkomend op de vraag: ‘Waarom zoveel trainingen in F1-weekenden?’, is het antwoord hopelijk duidelijk nu. Zodoende gaat iedereen daarmee maximaal voorbereid de cruciale kwalificatie en race in na deze trainingen.

0 reacties

Dit vind je misschien ook leuk