Met haast ontelbaar veel variabelen is het kopiëren van een concurrent in de Formule 1 geen makkelijke opgave. Driver61 duikt dieper in die materie en legt, met hulp van technisch analist Craig Scarborough, uit waar het verschil momenteel zit tussen één van de langzaamste F1-auto’s nu en de snelste F1-bolide. Aston Martin heeft namelijk een auto die opvallend veel op de RB18 van Red Bull Racing lijkt. En wat resultaten betreft dan? Een ander verhaal.
Waarom Aston Martin met zelfde ontwerp niet resultaten Red Bull kan nabootsen
Dat een ontwerp van een concurrent werkt - je hoeft enkel naar de stopwatch te kijken om tot die conclusie te komen. Maar waarom werkt een bepaald ontwerp beter? En hoe? Of anders gezegd: hoe kom je tot dat ontwerp? Een kopie op de baan zetten is één. Wat resteert is diverse onderdelen ook daadwerkelijk laten werken bij veranderende omstandigheden.
Volgens Scarborough is het uiteindelijk zoveel meer dan de auto zelf: “Fundamenteel praat je over alles aspecten wat betreft het team bij elkaar brengen. Niet enkel de auto dus, maar ook het ontwerpteam, race-ingenieurs, management, enzovoort. In principe zijn enkel een paar dingen verantwoordelijk dat de auto zelf snel over het circuit gaat”, opent hij zijn analyse om te beantwoorden waarom de Aston Martin zoveel langzamer is.
De Brit maakt de materie simpeler en noemt de allerbelangrijkste dingen die een auto snel maken: “Ten eerste heb je de banden, deze hebben contact met het asfalt. Om het maximale uit de banden te halen qua prestaties is goede aerodynamica en een goede ophanging nodig”, vervolgt Scarborough. “Deze twee dingen moeten probleemloos met elkaar samenwerken.”
Simpel, toch? Ja en nee. “Het draait om de synergie van alles samen. Je auto moet het juiste gewicht hebben, je motor moet sterk zijn, bekwame monteurs en een geweldige coureur… Evenals de juiste mensen in de fabriek. Dat telt uiteindelijk allemaal op en dan heb je niet een auto die enkel snel is, maar ook races consistent wint op verschillende circuits.”
0 reacties