Lando Norris genoot minder van het rijden in de nieuwe F1-bolides. Voor zijn gevoel waren de auto’s uit 2021 responsiever en minder gevoelig. Omdat deze auto’s zo afhankelijk zijn van de downforce die vanonder komt - de auto’s liggen ook een stuk lager bij de grond - is scherp insturen en de grenzen van kerbs opzoeken niet meer aan de orde, meldt de Britse McLaren-coureur.
Lando Norris omschrijft probleem met ground-effect auto's
Sinds dat het ‘ground-effect’ weer terug is, lees: meeste downforce gegenereerd wordt middels de vloer, is deze ‘afgestofte innovatie’ wisselvallig ontvangen. Porpoising-problemen plaagden immers de meerderheid van de grid in 2022.
De auto’s stijver geworden in de handling, maar ook gevoelig als het aankomt op verliezen van downforce. Niet op de manier, die men poogde te voorkomen - door close te volgen - maar juist wanneer de auto teveel loskomt van de grond en abrupt balans verliest.
Norris voelt zich beperkt in nieuwe generatie F1-auto
"Ik haat het rijden met de auto's in vergelijking met vorig jaar”, begint Norris tegen Mirror.
“Ze zijn een andere uitdaging. Ik zou niet zeggen dat ze zo leuk zijn als de auto's van vorig jaar, in opzicht van hoe comfortabel ze zijn en hoeveel je kunt spelen met het raken van de kerbs, andere lijnen, dat soort dingen. Je bent nu een beetje meer beperkt."
Heel het vermogen om de auto af te stellen lijdt eronder, verklaart de Brit. “Zelfs met de set-up ben je wat beperkter. Over het algemeen is het voor ons gewoon zo laag mogelijk gaan en zo stijf mogelijk, en dan ga je wat zachter als het te stijf is.”
Hij ziet dat het niet beter wordt in de toekomst als de typische trend in ontwikkelingen leidend is. Nog meer downforce genereren met dit type auto’s zal ten koste gaan van actie, luidt de conclusie van de McLaren-coureur.
0 reacties